Paneel 1

De renaissance in de streek van Langres.

Vanuit nationaal perspectief was het einde van de 15e eeuw en het begin van de 16e eeuw een periode van vrede binnen het koninkrijk. Er waren conflicten in het buitenland, met name in Italië, en deze afstand was niet zonder gevolgen voor de regio Langres, gelegen aan de oostelijke grens van het koninkrijk. De inwoners konden hun tijd - en hun financiën - besteden aan de modernisering van de defensie en de burgerlijke en religieuze architectuur.

De opkomst van een nieuwe elite.

Dit gunstige economische klimaat leidde tot de verrijking van een nieuwe sociale klasse: de bourgeoisie, meer bepaald de haute bourgeoisie, die vooraanstaande posities innam in de rechterlijke macht en de financiële wereld. Deze sociale elite begon geleidelijk aan de aristocratie te beconcurreren op het gebied van bouw en kunst, en hielp de nieuwe smaak voor de Oudheid die aan het hof was ontstaan, over het hele land te verspreiden. Aan het begin van de 16e eeuw was deze klasse nog slecht vertegenwoordigd in Langres en omgeving. Tot een koninklijk decreet in 1561 maakte de regio geen deel uit van de bailliages en sénéchaussées van het koninkrijk.

Adel en geestelijkheid.

De lokale heren speelden slechts een marginale rol in de verspreiding van deze nieuwe hoofse esthetiek. Voor hen was het in de eerste plaats een kwestie van het moderniseren van de verdediging van hun middeleeuwse kastelen voordat ze een herstructurering overwogen. De belangrijkste toegangspoort tot de Renaissance smaak in de regio bleef daarom de religieuze sfeer. De regio ligt in het hart van een bisdom met hoofdzetel in Langres, met 843 parochies verspreid over 14.400 km².

Ok